Huisje Amélie

Langelier is geen Montmartre. Het is geen bruisend Parijs. Langelier is een gehucht (een hameau), wat huizen langs 1 doodlopend weggetje. Van asfalt. Dit is Frankrijk. Een boerderij (de kippen kom je overal tegen), wat lege huizen, ruïnes, schuren, het huis van M, nog wat oude huizen, het huis van B en op ‘t eind woont woonde (nu de dentist) de bakkersfamilie – 4 kinderen, 5 honden, schapen, een koe een paard en 4 ganzen (de winkel met stokbrood zit in het dorp, op fietsafstand, maar lopen gaat ook best). Het dorp met winkels is Pionsat. Er is een supermarkt, een slager, een bakker, een markt en een chateau.

Het huisje is 1 kamer diep. Als je naar binnen gaat sta je in de keuken.

Linkerraam is de salon. Rechts de keuken. De deur in het midden.

Salon

keuken [la cuisine]

De trap op naar de eerste verdieping met halverwege de afslag naar rechts naar

het toilet en de badkamer

(met wastafel, douche en wasmachine).

Slaapkamers

Op de eerste verdieping: 2 slaapkamers.

Amélie-kamer

het blauwe van Gogh kamertje

de zolder

Via een deur in de blauwe kamer loop je de trap op naar de zolder, die gewoon zolder is. Jeweetwel, met een hoop stof.

Het huis werd vroeger bewoond door de postbode (le facteur). Hij was liever lui dan moe. Zijn vrouw werkte verderop in de moestuin. Hij blies de trompet als hij koffie wou. Er ligt een trompet op het keukenkastje. Puur decoratief en voor de lol. De slavernij is in 1848 in Frankrijk afgeschaft.